Tegels van leisteen Grey Slate

De primer wordt op de dekvloer aangebracht en verbetert de hechting van de natuursteenlijm aan de ondergrond. Controleer voor het aanbrengen of de dekvloer droog en schoon is.

Meer informatie over primer en gedetailleerde instructies vindt u in ons magazine of in de instructievideo.

Belangrijk: Meng de tegels van de verschillende palletten voor het leggen voor een harmonieus totaalbeeld.

Dit product wordt in een dun bed gelegd.

Meng de tegellijm volgens de instructies en breng het gelijkmatig aan op de ondergrond met een troffel met 10 tanden. Om te voorkomen dat de lijm te snel droogt, breng je deze alleen aan op het deel van de vloer dat direct daarna wordt betegeld. Idealiter wordt de lijm slechts in één richting tegelijk aangebracht om te voorkomen dat er luchtbellen onder de tegels ontstaan.

Begin met het leggen van de tegels in één hoek. Smeer de achterkant van de tegels in voor een betere hechting aan de ondergrond(buttering-floating methode). Breng de lijm parallel aan de lijm aan op de vloer met een getande spaan (troffel met 6 tanden). Dit zorgt ervoor dat de lijmlagen perfect op elkaar aansluiten en voorkomt luchtbellen onder de tegels. Leg de tegels voorzichtig op de gekamde lijm en druk ze lichtjes aan. Herhaal dit met nog meer tegels.

Voor een gelijkmatige afstand tussen tegels in rechthoekige formaten gebruikt u zogenaamde voegkruisjes als afstandhouders. Als u het product in Romeins verband legt, gebruikt u de zogenaamde "handmatige afstand van de tegels" in plaats van voegkruisjes.

Tegels die aan de rand van het legvlak worden gelegd, moeten vaak op maat worden gezaagd. U kunt hier lezen hoe het zagen van natuursteen in zijn werk gaat.

De plinten kunnen worden aangebracht zodra de lijm droog is en het oppervlak weer beloopbaar is.

Snijd eerst de randisolatiestroken net boven de tegels af. Breng een dunne laag tegellijm aan op de achterkant van de plinten en druk ze vervolgens tegen de muur. Voegkruisjes helpen hier ook om een gelijkmatige afstand te garanderen.

Om de tegels en plinten optimaal voor te bereiden op de volgende stappen, moeten ze nu worden ontdaan van overtollige lijmresten en ander vuil. Gebruik hiervoor een basisreiniger.

De impregnering is kleurloos en beschermt uw steen tegen vuil.

Breng de impregnering gelijkmatig en royaal aan met een pluisvrije verfroller of een pompverstuiver. We raden aan het oppervlak te impregneren VOORDAT u gaat voegen. Dit maakt het makkelijker voor u om het hele oppervlak schoon te maken na het voegen (stap 7). Lees meer in de installatiehandleiding "Impregneren en voegen".

Meng eerst het voegmateriaal volgens de instructies.

Het voegmateriaal wordt diagonaal op het voegraster aangebracht over het hele legoppervlak met een rubberen troffel/gladspaan. Dit zorgt ervoor dat de voegen en open poriën gelijkmatig worden gevuld. Zodra het voegmateriaal enigszins is opgedroogd, wordt het overtollige materiaal met een sponsbord afgespoeld.

In tegenstelling tot tegels worden rand- en dilatatievoegen niet stevig maar elastisch gevoegd met siliconen. Dit betekent dat ze flexibel blijven en eventuele bewegingen in het gebouw kunnen opvangen en voorkomen dat er scheuren in de vloer ontstaan.

Breng de silicone gelijkmatig aan met een siliconenspuit en strijk de afgedichte voeg glad met een voegenstrijker om een gelijkmatig voegpatroon te verkrijgen.

Zodra het voegmateriaal volledig is opgedroogd, wordt de laatste basisreiniging van het hele oppervlak uitgevoerd.

Gebruik hiervoor opnieuw de milde alkalische basisreiniger uit stap 5 en verwijder met ronddraaiende bewegingen alle opgedroogde resten. Verwijder vervolgens al het resterende vuil met schoon water.